"Hoghes gebedssnoer"
Pieter T'Jonck
De Standaard, 09 December 2000


In ‘Another dream’ nodigt Raimund Hoghe ons, ter afsluiting van de trilogie die begon met ‘Meinwärts’ en ‘Chambre séparée’, nog eens uit in zijn leefwereld, hier. In zijn herinneringen aan de jaren '60. Die periode wordt geëvoceerd muziek, vooral liedjes, uit die periode. Die heeft een overrompelende impact op de scène, die op een ruiker chrysanten en kaarsjes na, volledig leeg is. Zonder uitzondering drukken de songs, van Petula Clark tot Dalida, Gigliola Cinquetti of Bernsteins ‘West Side Story’ immers een onbestemde hoop op een betere toekomst uit. Of de inzet politiek of amoureus is doet er minder toe: dromerigheid, zelfs ‘sehnsucht’, is de rode draad door de muziekkeuze. Soms is de toon opstandig, als Dalida zingt dat ze zich niet kan neerleggen bij een grijze wereld. Soms filosofisch als la Cinquetti zingt dat een kusje de wereld niet zal veranderen (maar toch...). Soms is ze, tegen beter weten in, hoopvol (‘Smile and life is still worthwile’).

Die impact van de muziek ontstaat vooral door het bizarre contrast met de misvormde man die erop. In het begin aapt hij stuntelig, maar onweerstaanbaar grappig een dansend achtergrondkoortje na. Daarna kijkt hij met rode glazen voor zijn ogen naar het spotlicht, een letterlijke verbeelding van de roze bril waarmee hij naar het leven wil kijken. Met een minimum aan middelen herrijst hier de jonge Hoghe die in zijn kamer alleen, met de radio, plaatjes en tijdschriften, droomt van een betere toekomst dan die welke voor hem voorbeschikt lijkt. Een wereld waarin hij niet veroordeeld wordt omwille van zijn bochel, zoals anderen omwille van hun huidskleur of sexuele geaardheid. Op het einde van de voorstelling ontbloot hij, met de rug naar het publiek, zijn lichaam, en word je een pijnlijk lange poos met de realiteit van zijn handicap (en met je eigen ongemakkelijke verhouding daarmee) geconfronteerd. Er is misschien niet zoveel veranderd, de hoop van die lang vervlogen jaren bleef misschien een onvervulde droom.

Het ritueel waarmee Hoghe tussen begin en einde van de voorstelling de tijd laat stilstaan drukt deze tegenstrijdige aanwezigheid van hoop en desillusie uit: ‘Another Dream’ is een herdenkingsmis voor onze illusies, verdrongen gebeurtenissen, persoonlijke herinneringen van Hoghe zelf. Elke zin die Hoghe uitspreekt begint met ‘I remember’ en vertelt een ogenschijnlijk triviaal faits divers. De aaneenrijging van die kleine gedachten maakt echter een gebedsketen waar je stil van wordt.


©Pieter T'Jonck
De Standaard, 2000